
Wie dagelijks in industriële omgevingen komt, zoals ik, ziet hoe vanzelfsprekend het lijkt dat processen veilig en gecontroleerd verlopen. Totdat er ergens gas vrijkomt. Een kleine lekkage, soms nauwelijks zichtbaar of ruikbaar, kan uitgroeien tot een serieus veiligheids- of milieuprobleem. Toch zie ik dat gasdetectie in veel bedrijven nog steeds wordt gezien als iets dat ‘moet’ in plaats van iets dat risico’s wegneemt. In dit blog neem ik je mee in hoe wij bij Hitma naar gasdetectie kijken, wat er in de praktijk mis kan gaan en waarom een goed detectiesysteem meer is dan een kastje aan de muur.
Waarom gasdetectie cruciaal is, ook zonder verplichting
Gas kan om allerlei redenen ontsnappen: een haarscheur in een leiding, een verouderde pakking, een foutje van een medewerker of simpelweg slijtage door jarenlange belasting. Het effect is vaak hetzelfde:
- onveilige situaties voor medewerkers of omwonenden,
- milieuschade, bijvoorbeeld door vrijkomend broeikasgas,
- productiestilstand,
- schade aan installaties, bijvoorbeeld door drukverlies.
Opvallend genoeg is gasdetectie in veel sectoren niet strak gereguleerd. Bedrijven krijgen vaak alleen eisen via een vergunning of verzekeraar, zonder concrete invulling. Dat betekent dat je als organisatie zelf de verantwoordelijkheid moet nemen om het goed aan te pakken. In explosiegevaarlijke zones ligt dat anders: daar gelden ATEX- en Ex- voorschriften die garanderen dat detectieapparatuur geen ontstekingsbron vormt. Maar ook buiten die zones is detectie geen luxe.
Detectie begint met begrijpen wat er gebeurt
Een detectiesysteem ontwerpen is geen standaardwerkje. Het begint altijd met de vraag: welke gassen komen er voor en wat kan er misgaan? Gaat het om toxische stoffen, explosieve gassen of juist om zuurstofverdrijving? Elk type vraagt om andere detectietechnieken.
Zelf ga ik regelmatig ter plekke kijken om een mapping uit te voeren. Een rondgang langs procesinstallaties vertelt me vaak meer dan een plattegrond:
- Waar zitten mogelijke lekkagepunten?
- Wat doet de ventilatie?
- Is er hoogteverschil?
- Stijgt een gas op of zakt het juist naar beneden?
Het soortelijk gewicht van gas bepaalt bijvoorbeeld of detectoren hoog of laag moeten worden gemonteerd. Een verkeerde plaatsing kan betekenen dat een lekkage nooit wordt opgemerkt, omdat ventilatie het gas wegtrekt voordat het de sensor bereikt.
Van ontwerp naar realisatie
Als het detectieplan staat, kan de installateur aan de slag. Wij adviseren over exacte locaties, de juiste kabelsoorten en communicatieprotocollen zoals MODbus wanneer koppelingen nodig zijn. In veel gevallen worden meerdere detectoren aangesloten op één centrale of op bestaande besturingssystemen zoals PLC of ICS.
Een cruciaal onderdeel is de eindcontrole:
- kalibreren,
- testen van alarmen,
- doormelding controleren,
- en pas daarna: in bedrijf stellen.
Het klinkt logisch, maar toch komen we af en toe installaties tegen die na plaatsing nooit meer zijn getest.
Onderhoud: misschien wel de belangrijkste stap
Een detectiesysteem dat niet wordt onderhouden is een systeem waarvan je niet weet of het werkt. Sensoren hebben een beperkte levensduur, kalibratiewaarden lopen weg en vervuiling in de omgeving beïnvloedt de meetresultaten.
Ik zie regelmatig situaties waarbij melders spontaan in alarm gaan zonder dat er gas is. Dat blijkt dan geen sensorfout, maar simpelweg een gebrek aan onderhoud. Een jaarlijks of halfjaarlijks onderhoudscontract voorkomt dit soort problemen, en belangrijker: het voorkomt valse zekerheid.
Hoe alarmen bedrijven helpen om snel te handelen
De meeste systemen werken met een vooralarm en hoofdalarm.
- Een vooralarm betekent: er is iets aan de hand, onderzoek het direct.
- Een hoofdalarm betekent: substantieel risico, neem acute actie.
Je kunt die alarmen koppelen aan uiteenlopende maatregelen:
- directe ontruiming,
- activatie van blus- of ventilatiesystemen,
- automatisch stopzetten van delen van de productie,
- doormelding richting meldkamer of brandweer.
Welke maatregelen passend zijn, hangt sterk af van de risicoanalyse en de bedrijfsvoering.
Bewustwording verschilt per sector
In sommige branches, bijvoorbeeld olie en gas, is lekdetectie volledig ingebed in de bedrijfscultuur. Elders zie ik dat het veel meer afhankelijk is van individuele medewerkers. Vooral in kleinere organisaties of in sectoren waar veiligheid minder top-of-mind is, wordt detectie nog weleens gezien als ‘nice to have’.
Ook zie ik soms dat mensen die al jaren verantwoordelijk zijn voor veiligheid vasthouden aan het idee dat “er nooit iets is gebeurd, dus waarom investeren?”. Terwijl jongere generaties tijdens hun opleiding juist leren dat preventie de sleutel is.
Nieuwe technologie maakt lekdetectie slimmer
Naast klassieke detectietechnieken zijn er nieuwe ontwikkelingen zoals Acoustic Leak Imaging (ALI). Daarmee visualiseer je op afstand het ultrasone geluid dat ontstaat bij een gaslek. Met één blik zie je waar het lek zit, zonder dicht bij de installatie te hoeven komen.
Hitma werkt onder andere met de ALI-detectoren van Distran. Recent werd bij een gasopslagstation met één inspectie 81 lekkages vastgesteld. Door de uitstoot te kwantificeren bleek dat een klein aantal lekken verantwoordelijk was voor het grootste deel van de emissies. Zulke inzichten zijn waardevol voor zowel veiligheid als duurzaamheid.
Conclusie: gasdetectie gaat over meer dan techniek
Gasdetectie draait uiteindelijk om risicobeheersing, gezondheid en continuïteit. Een goed systeem bestaat niet alleen uit hardware, maar ook uit:
- doordachte plaatsing,
- periodiek onderhoud,
- duidelijke alarmprocedures,
- en vooral: bewustzijn binnen het bedrijf.
Mijn boodschap is simpel: wacht niet tot een voorschrift je verplicht om in gasdetectie te investeren. De risico’s zijn er al lang voordat iemand het opschrijft.