Opslag lithium-houdende energiedragers volgens PGS 37-1 en 2 norm
PGS 37-1 en PGS 37-2 bieden een richtlijn voor de veilige opslag van elektriciteit in energieopslagsystemen en de opslag van lithiumhoudende energiedragers. Deze wetgeving stelt zowel strenge eisen aan het bewaken en monitoren van ruimtes waar lithiumbatterijen of -accu's worden opgeslagen als aan de veiligheidseisen waaraan betrokken medewerkers moeten voldoen.
PGS 37-1: Richtlijn voor veilige opslag van energie (EOS)
PGS 37-1 beschrijft de richtlijnen voor het veilig opslaan van elektriciteit in energieopslagsystemen (EOS), zoals gekoppelde lithiumbatterijen. Deze 'grote batterijen' worden onder andere ingezet om zonne-energie op te slaan bij bewonersverenigingen (buurtbatterijen) of om windenergie op te vangen en fluctuaties in het elektriciteitsnet te stabiliseren bij energiemaatschappijen.
Door het risico op thermal runaway – een moeilijk te stoppen brand in de energiedrager – is voorzichtig en correct gebruik essentieel. De richtlijn biedt handvatten om deze risico's te beheersen en de veiligheid bij het gebruik van dergelijke opslagsystemen te waarborgen. Voor de beveiliging kan gasdetectie op verschillende manieren worden ingezet voor tijdige alarmering.
PGS 37-2: Opslag van lithiumhoudende energiedragers
PGS 37-2 richt zich op de opslag van lithiumhoudende batterijen en accu’s, zoals die worden gebruikt in laptops, e-bikes, elektrische en hybride voertuigen, en in de toekomst ook in de zeevaart.
De opslag van lithium-ionbatterijen brengt specifieke risico’s met zich mee. Ze kunnen instabiel worden door overladen, diep ontladen of blootstelling aan extreme temperaturen. Dit kan leiden tot kortsluiting, thermal runaway en brand, waarbij giftige pyrolyseproducten vrijkomen. Bovendien ontstaat er bij het blussen corrosief en giftig bluswater, wat een risico vormt voor hulpverleners, omstanders en omwonenden.
Volgens de PGS 37-2 richtlijn moeten opslagruimtes van lithiumbatterijen en/of -accu's permanent zijn uitgerust met een stationair gasdetectiesysteem voor detectie van koolmonoxide (CO) met kruisgevoeligheid voor waterstof (H2). Bij detectie van een te hoge LEL-waarde, waarbij explosiegevaar optreedt, dient het systeem een melding te sturen naar een 24-uurs bemande particuliere alarmcentrale (PAC).
Deze richtlijnen hebben ook effect op de eisen die worden gesteld aan detectie-apparatuur die je gebruikt om te beschermen tegen batterijgevaren.
Welke gasdetector je nodig hebt, hangt af van verschillende factoren. Laat je hierover adviseren.